Met 7 uur rustig sporten per week is alle levenswinst door bewegen bereikt. Bij intensief sporten kan het in 3,5 uur. Nog langer sporten, tot 25 uur, verandert niks meer aan de 40 procent lagere sterftekans. Wie nog meer uren sport ziet zijn sterftekans zelfs weer licht stijgen.
Wie door sporten maximale levensverlenging wil bereiken in zo weinig mogelijk tijd, moet 7 tot 10 uur per week matig intensief trainen. Bijvoorbeeld stappen of in een ‘normaal’ tempo fietsen. Dan is de kans om binnenkort te sterven 40 procent lager dan die van een hardnekkige bankzitter. Daarmee is meteen ook de maximale levenswinst door sporten bereikt. Voor die conclusie was een groot onderzoek nodig, waarin de gegevens van ruim 660.000 mensen zijn samengevoegd. Het is Amerikaans werk. De studie is online gezet door het tijdschrift JAMA Internal Medicine. De 40 procent daling van de kans om snel te sterven (de sterftekans) is ook in de helft van de sporttijd bereikbaar, maar dan moet je intensief bewegen in plaats van matig intensief. Met ‘intensief bewegen’ bedoelen de onderzoekers bijvoorbeeld sneller fietsen dan 25 kilometer per uur of hardlopen, dingen waarvan je gaat zweten en licht hijgen. De grenzen zijn natuurlijk niet haarscherp, maar ‘matig intensief’ is wat je doet als je niet aan het ‘sporten’ bent, maar gewoon ergens heen wilt: flink doorwandelen, met een snelheid van meer dan 5 kilometer per uur, of sneller fietsen dan 15 kilometer per uur. Nog langer sporten, tot ongeveer 25 uur, verandert niks meer aan de 40 procent lagere sterftekans. Wie nog meer uren sport, ziet zijn sterftekans weer licht stijgen. De winst blijft dan echter 30 procent. Die is ook haalbaar door het officiële, minimale beweegadvies op te volgen: 5 tot 7 keer per week een half uur matig intensief bewegen. Bankhangers Extreem sporten, blijkt uit deze studie, is dus nog steeds beter dan voortdurend op de bank hangen. Dit in tegenstelling met wat Deense onderzoekers in februari van dit jaar nog schreven: ‘fanatieke joggers hebben een sterftekans die statistisch niet afwijkt van stilzitters’. De media pikten dat toen gretig op. Collega-onderzoekers hebben die Deense studie inmiddels platgebrand. De kritiek is dat er in dat relatief kleine onderzoek (minder dan vijfduizend mensen) te weinig echt fanatieke sporters zaten om statistisch verantwoorde conclusies over hun doodskansen te kunnen trekken. Onderzoeker Peter Schnor en de redactie van de Journal of the American College of Cardiology gaven intussen toe dat die conclusie niet zo prominent had mogen worden gebracht, maar ze schoven de schuld meteen door naar de media: die hadden maar beter op de statistische onzekerheidsgrenzen moeten letten. De veel grotere Amerikaanse studie laat inmiddels aan duidelijkheid niets te wensen over: mensen die tot tien keer zo lang sporten als het aanbevolen minimum van 2,5 tot 3,5 uur per week sporten leveren géén levensjaren in. Maar ze krijgen er ook geen extra bij. Nog langduriger trainen en topsport is dus wellicht ongezonder dan flink sporten, maar het blijft een veel betere garantie voor extra levensjaren dan stilzitten op de bank. In een tegelijkertijd gepubliceerd commentaar schrijft Todd Manini, verouderingsonderzoeker aan de universiteit van Florida die levers, longen, nieren en spieren bestudeert: ‘Er is geen medicijn dat zo veel orgaansystemen positief beïnvloedt als lichaamsbeweging.’ Manini raadt artsen aan om vooral mensen die niet bewegen te activeren tot in ieder geval iets doen. Want dat geeft relatief de grootste gezondheidswinst. De vraag of sporten netto levenstijd oplevert om andere dingen te doen, zoals tv-kijken of geld verdienen, wordt overigens niet beantwoord. Sportonderzoekers houden niet van die vraag, want die gaat er van uit dat sporten een vervelende onderhoudsbeurt is. Bron: Wim Köhler - NRC Handelsblad / De Standaard
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |
Archief
Maart 2022
Categories |