19.02.2018 | Simon De Vriendt
Winterziektes sturen je loopplannen in de war. Wanneer moet je stoppen met lopen en wanneer mag je doortrainen? En in welke mate ondermijnen antibiotica je conditie? Tijd voor een doktersbezoek. Voor een antwoord op bovenstaande vragen staken we ons licht op bij dokter Hans Talloen, als sportarts verbonden aan Energy Lab. "Bij een gewone verkoudheid, 'snotvalling', keelpijn of andere winterkwaaltjes mag je gewoon blijven sporten. Al vervang je de intensieve trainingen wel het best door rustiger werk. Na een drietal dagen moet het normaal beter gaan", zegt Talloen, die de zogenaamde nek-check meegeeft als goede richtlijn. "Situeren de klachten zich boven de nek - zoals bij keel-, hoofd- en oorpijn of bij een verstopte neus - dan kan je verder sporten. Zijn het klachten onder de nek - bijvoorbeeld een diepe zware hoest, kortademigheid, spierpijn in de ledematen of koorts - dan moet je stoppen met trainen en eerst helemaal uitzieken. Bij twijfel raadpleeg je natuurlijk altijd het best je dokter." Blijven sporten met koorts mag dus niet? "Dat is uit den boze. Als je toch verder sport, kan de infectie verergeren, of zelfs overslaan op je hart. Dan mag je nog een veel langere tijd niet aan sport doen. In extreme gevallen kan het je hart zelfs beschadigen, waardoor je voorgoed moet stoppen met sporten. Als de koorts (een lichaamstemperatuur boven de 38 °C) verdwenen is, moet je bovendien nog eens even lang rusten als je koorts hebt gehad. Een week koorts betekent dus in totaal twee weken niet trainen." Wat kan je doen om die vervelende virussen zo snel mogelijk uit je lijf te krijgen? "Een virale infectie, zoals een verkoudheid of een griep, moet je gewoon uitzieken. Daartegen helpt geen medicatie. Met neussprays en keeltabletten kan je de symptomen wel wat verzachten, en met wat extra vitaminen kan je je immuunsysteem een duwtje in de rug geven. Maar uiteindelijk moet je gewoon wachten tot je lichaam de antistoffen die nodig zijn om het virus te bestrijden, heeft aangemaakt. Een bacteriële infectie begint veel plotser, en de klachten zijn specifieker. De koorts stijgt vaak én de ziekte verergert. Bij deze infecties kunnen antibiotica helpen, je arts schrijft deze dan na overleg voor. Ook hier geldt het devies om pas te sporten na het herstel. Een ziekte uitzweten door te sporten is een fabeltje en zeker met koorts erg gevaarlijk." Het is een telkens terugkerende discussie: ondermijnen antibiotica je conditie of niet? "Je conditie gaat vooral achteruit door de infectie waarvoor je de antibiotica neemt, niet zozeer door het geneesmiddel op zich. Topsporters hebben het er vaak over. Zij starten sneller een antibioticakuur, om de bacterie in de kiem te smoren. Maar waarschijnlijk is dat in de meeste gevallen niet nodig." Verlies je veel conditie door ziek te zijn? "Tijdens een verkoudheid kan je minder diep gaan en heb je sneller spierpijn. Luister naar je lichaam en bouw voldoende rust in. Door te veel te trainen tijdens je ziekte, breek je je conditie alleen maar af en kan de infectie verergeren of langer duren. Maar eens genezen, pik je de draad meestal vlot weer op." Ben je door te sporten vatbaarder voor ziektes? "Integendeel: sporten versterkt je immuunsysteem! Alleen topsporters die echt hun grenzen opzoeken en weinig vetreserves hebben, worden sneller ziek." Word je ziek, als je in de winter te licht gekleed gaat? "Dat je door de kou een verkoudheid krijgt, is een populair misverstand. Een verkoudheid is een virale infectie, die pik je dus op door een virus, en niet door de kou. Je beschermt jezelf eerder door je leefruimtes voldoende te verluchten en regelmatig je handen te wassen, dan door je in te duffelen als je buiten komt. Je mag wel geen kou lijden als je gaat lopen, want dat verzwakt je immuunsysteem. Maar eenmaal goed opgewarmd, moet je niet bang zijn om met een korte broek of met een truitje minder, te lopen. Daar word je op zich niet ziek van." Moeten sporters een jaarlijks griepvaccin krijgen? "Topsporters doen dat soms wel, omdat zij tijdens hun trainingen de grens opzoeken. Maar doorsneesporters vallen niet onder de risicogroepen. Integendeel: hun weerstand is meestal groter, dus dan is een vaccin niet nodig." Twee gouden regels voor zieke lopers "Er zijn twee gouden regels die je als loper moet respecteren als je ziek wordt", tipt sportarts Hans Talloen. "Doe de nek-check, en stop als je koorts hebt."
0 Opmerkingen
Bron : 14.11.2017 | Philippe Crols
Tijdens koudere periodes beroepen veel lopers zich op een tight. Wat is dat nu juist en hoe vind je een goed exemplaar. Voor het antwoord op bovenstaande vraag klopten we in een van de vorige edities van running.be magazine aan bij Eddy D'Hondt van Runners' Lab. Vooraleer hij enkele tips geeft om een goede tight te vinden, kijken we eerst naar wat zo'n kledingstuk doet. Tights sluiten volledig aan, wat wil zeggen dat er niet veel materiaal in de weg zit en wind vangt. "Het nadeel van dit soort broeken is dan weer dat ze alle contouren van je lichaam laten zien en daar zijn sommige vrouwen nogal gevoelig voor." Voor Eddy is bij een tight de pasvorm van doorslaggevend belang, daarna pas moet je oog hebben voor de afwerking. "Zeker bij dit soort broeken moet je verschillende exemplaren passen en het verschil voelen. Neem dus vooral je tijd in het pashokje en investeer in een goede tight. Beter één kwalitatief goede broek dan een kast vol rommel. Tights hebben doorgaans ook een lange levensduur, dus aan een goede aankoop ga je erg veel plezier beleven. Tips voor tights Waarop moet je letten als je een tight koopt? 1. Elastische band De waistband (elastische band rond het middel van de broek) is een van de belangrijkste onderdelen van een tight. Een goede waistband houdt de broek bovenaan perfect op zijn plaats, in die mate zelfs dat je het drawcord (koordje rond het middel waarmee je de broek kan vastknopen) niet nodig hebt. 2. Mesh Om het ademend vermogen van de tights te vergroten, verwerken heel wat fabrikanten meshpanelen in de kledij. Dat zorgt niet alleen voor ventilatie, maar ook voor flexibiliteit en comfort. 3. Nattigheid Tights kunnen je wel beschermen tegen de koude, maar de gebruikte stoffen zijn niet waterbestendig. Tenzij je natuurlijk windstoppermateriaal gaat gebruiken, maar dat voelt al snel te warm aan. Al bij al is een natte tight geen probleem zolang je in beweging blijft. Eens je gestopt bent met lopen is het wel zaaks om je broek zo snel mogelijk uit te trekken. 4. Reflectie Tijdens je donkere looptochten val je maar beter op! De fabrikanten spelen daarop in door op verschillende plaatsen fluorescerend materiaal te voorzien. Tegenwoordig bestaan er zelfs naden en stiksel uit reflectiemateriaal. 5. Rits Het is een trend dat de rits onderaan de broekspijpen meer en meer vervangen wordt door een elastiek en een soort siliconentape die het omhoog kruipen moet voorkomen. Een rits is meestal wel goed weggewerkt en veel weegt zo'n ding ook niet, maar het feit dat een rits kan irriteren tegen de voet en enkel, speelt wel in het nadeel. Bovendien is een rits alleen handig voor atleten die hun kledij snel moeten aan- en uittrekken, en heeft ze minder nut voor recreatieve lopers. 6. Technisch ondergoed Het is van cruciaal belang dat je onder een tight ook functioneel technisch ondergoed draagt. Tights sluiten nu eenmaal nauw aan en met al die naden kan dat schuurplekken opleveren. Bekijk het als volgt: je gaat ook niet investeren in een technisch loopjasje om daaronder een katoenen shirt te dragen. 7. Vochttransport Tights zijn meestal samengesteld uit polyester, polyamides, hier en daar wat nylon om het vocht te verspreiden en laminaten als bescherming tegen weer en wind. Het vochttransport (push-pull fabric) is echter een van de belangrijkste functies bij een tight en elk merk heeft daarvoor wel zijn eigen technologie, zoals Dri-Fit bij Nike en Climacool bij Adidas. Drylete is een stof die aanzien wordt als de meest technische stof op het vlak van vochttransport, dankzij de combinatie van nylon als buitenlaag en polyester als binnenlaag. De stof is ook de meest gangbare met een ideale dikte. Bron : 05.12.2017 | Josefien De Bock
De passage van Sinterklaas, Kerstmis, de overgang van oud naar nieuw, ... Aan feestelijkheden geen gebrek deze maand. En daar hoort ook chocolade bij. Dat hoeft voor lopers niet noodzakelijk slecht te zijn. We mogen chocolade natuurlijk niet ultragezond noemen, maar je vindt er wel heel wat positieve eigenschappen in terug. Evelyne Coppens, voedingsdeskundige bij Energy Lab: "Met dank aan de cacao. Die bevat flavanoïden, krachtige antioxidanten die je lichaamscellen tegen schadelijke stoffen beschermen. Op lange termijn doen ze dat trouwens ook tegen hart- en vaatziekten en diabetes. Dankzij hun ontstekingsremmende werking helpen ze ook bij het herstel van je lichaam na je looptraining. Kies dus voor chocolade met een zo hoog mogelijk cacaopercentage. Hoe donkerder, hoe beter!" Vermijd dus melkchocolade en zeker witte chocolade, want die bevat helemaal geen cacao. Varianten met noten of een of andere vulling laat je ook maar beter links liggen. Ze zijn vetter en zwaarder, dus niet meteen bevorderlijk voor een intensieve looptraining. Bron : 28.07.2017 | Philippe Crols
In welk seizoen loopt de gemiddelde loper het liefst? Op welk tijdstip van de dag traint hij bij voorkeur? Check voor jezelf in hoeverre jij een 'typische loper' bent. Het onderzoek gebeurde door Running USA. Dat betrok tussen maart en juni van dit jaar 6800 lopers bij hun zoektocht naar 'de typische (Amerikaanse) loper'. We geven graag enkele cijfers mee. Belangrijk: deelnemers mochten bij verschillende vragen meer dan één antwoord geven, waardoor de som van het aantal percentages niet altijd 100% is. * Aantal kilometers per week: 33 * Aantal events per jaar: 8 * Waar loop je? -Verharde weg (67%) -Stad (54%) -Park (47%) -Trail (40%) -Piste (20%) -Bergen (16%) -Loopband (14%) -Strand (12%) * Met wie loop je? -Alleen (55%) -Met een loopmaatje (16%) -In groep (16%) -Geen voorkeur (16%) * Waarom zou je een buitentraining skippen? -Het is te glad (69%) -Je voelt je niet veilig (48%) -Het waait te hard (44%) -Het regent te hard (35%) -Het is te donker (34%) -Het is te koud (31%) -Het is te warm (31%) * Wat is je favoriete loopseizoen? -Herfst (45%) -Lente (34%) -Zomer (11%) -Winter (10%) * Op welk moment van de dag loop je? -Vroege ochtend (77%) -Vooravond (39%) -Voormiddag (25%) -Namiddag (11%) -Avond (9%) -Middag (6%) * Wat is je favoriete afstand? - Halve marathon (43%) -10 km (18%) -5 km (14%) -Marathon (10%) -12 km, 15 km, 10 mijl (6%) -Andere (9%) * Waarom loop je? -Om gezond te blijven (77%) -Om fit te blijven (73%) -Om stressniveau te doen dalen (62%) -Als voorbereiding op een wedstrijd (62%) -Voor het plezier (55%) -Om een persoonlijk doel te bereiken (54%) -Om gewicht onder controle te houden (53%) Bron : 24.07.2017 | Liene Geysen
Vaak last van kniepijnen tijdens of na het lopen? Probeer deze 2 technieken eens om die pijn te verlichten. Het dragen van steunzolen, intapen van knieschijven en versterken van dij- en heupspieren worden naar voren geschoven als traditionele oplossingen om kniepijn te verminderen. Recenter onderzoek zoekt oplossingen eerder in de loophouding om die pijn te voorkomen en te reduceren. Een goede loophouding staat immers garant voor efficiënte en pijnvrije bewegingen. Natuurlijk bestaat er niet zoiets als de ideale loophouding, aangezien die voor iedereen anders is. Toch zijn onderstaande oplossingen toepasbaar voor iedereen en dus het proberen waard. Voetlanding Door je hiellanding te veranderen in een voor- of middenvoetlanding, verminder je de druk op de knieschijf. Het voordeel van met je voor- of middenvoet te landen haal je uit het feit dat je door die techniek kortere passen neemt. Je kan dus ook met je hiel landen, maar dan is de kans kleiner dat je de korte pas behoudt. Als je blootvoets loopt, land je normaal gezien ook steeds met je voor- en middenvoet, waardoor de druk op de knieschijf bij blootvoets lopen tot 12% afneemt. Let wel dat hiervoor stevige, getrainde kuitspieren en achillespezen nodig zijn: wie blootvoets loopt én landt met de voor- of middenvoet, verhoogt de druk op de kuitspieren en achillespezen. Integreer de landing dus geleidelijk aan in je training, zodat die spieren en pezen voldoende tijd hebben om zich aan te passen. Romphouding Ook door je romp lichtjes naar voren te buigen, verminder je de druk op het kniegewricht. En dan hoef je natuurlijk niet overdreven naar voren te leunen. Gebruik gelijktijdig je onderbuik en zorg dat de 'voorwaartse buiging' van je enkels komt. Een voorwaartse buiging van 10 graden, zorgt voor een gelijkaardig percentage van verminderde kniebelasting (13,4% minder druk). De verandering van je romphouding is zelfs interessanter dan het veranderen van je voetlanding, aangezien die eerste makkelijker toepasbaar is. Het voordeel van deze houding is zelfs nog groter wanneer die vertrekt vanuit de enkels in plaats van de heupen of rug. Ook bezorgt het voorwaarts leunen geen extra druk op je kuitspieren en achillespezen in tegenstelling tot de aanpassing van je landing. Probeer beide technieken eens uit, maar weet dat er ook andere methoden zijn om je kniepijn te verminderen. Experimenteren en zien wat voor jou werkt, is dus de boodschap. Raadpleeg ook een kinesist of loopcoach die jou individueel advies op maat kan geven. Bron : 03.10.2017 | Philippe Crols
.Links of rechts van de baan ... Waar heb je het meest kans op een veilige looptocht? Niet iedereen heeft het geluk om in zijn buurt looptrajecten te vinden waarbij je geen hinder van het verkeer ervaart. En wat als er op bepaalde stroken geen afgescheiden plaats voor voetgangers/lopers is, waar loop je dan het best? Aan de linkerkant! En dus: tegen het verkeer in (lees: als je in het buitenland gaat lopen, weet dan aan welke kant van de weg ze daar rijden). Finse wetenschappers onderzochten de materie door 258 ongevallen met voetgangers van naderbij te bekijken. Zij stelden vast dat de zwakke weggebruikers die tegen het verkeer in wandelen liefst 77% minder kans hebben om betrokken te geraken bij een ongeval dan collega's die 'met het verkeer' mee wandelen. Reageren De verklaring daarvoor is vrij simpel. Wie tegen het verkeer in wandelt of loopt, ziet wat er met de naderende wagens gebeurt. Bijgevolg kan je ook nog reageren als er iets onverwachts gebeurt. Dat is heel wat moeilijker wanneer je met het verkeer mee loopt en de actie in je rug gebeurt. Er zijn wel zeker twee gevallen waarin je bovenstaande regel aan je laars mag lappen. Wanneer je de top van een heuvel nadert, of een scherpe bocht. Want in zulke gevallen zal je te laat contact kunnen maken met de automobilist. |
Archief
Maart 2022
Categories |